schurft bij alpaca
Ernstige schurft bij alpaca’s
Inleiding over schurft
De lama (Lama glama) behoort net als de alpaca (Lama pacos), de guanaco (Lama guanicoe) en de vicuña (Vicugna vicugna) tot de familie van de New World Camelidae, suborde van de Tylopoda of eeltpotigen. Ze zijn nauw verwant met de dromedaris en de kameel (Old World Camelidae). De lama en de alpaca waren de eerste gedomesticeerde diersoorten op de Zuidamerikaanse hoogvlakten en ook nu nog komen ze er in grote getale voor. Ze worden gebruikt als lastdier en als vlees- en wolproducent. Ook in Europa neemt het aantal lama’s en alpaca’s toe. Veelal worden ze gekweekt voor de wol of als gezelschapsdier.
Welke soorten schurft?
De belangrijkste huidparasieten bij kameelachtigen zijn schurftmijten en luizen. Ze zijn de hoofdoorzaak van ernstige jeuk bij lama’s. De meest voorkomende schurftmijt bij de kleine cameliden is de zogenaamde Sarcoptes scabiei, maar ook Psoroptes en Chorioptes infecties worden regelmatig vastgesteld. Sarcoptes- en Chorioptesmijten komen over het gehele lichaam voor. Vooral de onderkant van de buik, de liesstreek, de poten en de kop zijn het ergst aangetast. Psoroptesmijten komen vrijwel alleen voor in de buitenste gehoorgang en op de kop. Het betreft meestal Psoroptes cuniculi die ook bij andere diersoorten, zoals het schaap en de geit, wordt beschreven als oorzaak van oorschurft. Sarcoptes mijten worden bij 40% van de alpaca’s gevonden
In de literatuur is zelfs melding gemaakt van enorme epidemische uitbraken van Sarcoptes schurft, in de Zuidamerikaanse volksmond “Sarna” genaamd, waarbij tot twee derde van de lamastapel ten onder is gegaan. Ook in België komen heel frequent schurftproblemen voor bij lama’s en alpaca’s. Vaak worden er op dieren, die als volledig gezond worden beschouwd, bij een minutieus onderzoek van de huid (na het open duwen van de vacht) toch schurftletsels gevonden
Klinische symptomen schurft
Klinische symptomen zijn jeuk, korsten en een sterke verdikking van de huid. Geïnfecteerde dieren vermageren en kunnen sterven, indien geen behandeling wordt ingesteld. Sarcoptes scabiei schurft kan tevens overgaan van dier op mens, met ernstige jeuk tot gevolg. De infectie wordt bij de mens pseudo-scabies genoemd en is meestal een zelflimiterende aandoening.
Behandeling van schurft
Een tweemalige onderhuidse behandeling met ivermectines met tien dagen interval wordt in de literatuur beschouwd als een efficiënte therapie tegen Sarcoptes en Psoroptes schurft. Voor de behandeling van een Chorioptes infectie zouden een dubbele dosis ivermectine, een verlengde behandelingsduur en een behandeling met topicale acariciden nodig zijn, niet altijd werken de ivermectine inspuitingen, vaak bij zeer erge gevallen van verharde huid dien je de alpaca te wassen met sarnacuran, dit dien je een 2 a 4 keer te herhalen met een tussenpauze van 3 weken. Daarna kan je ze best insmeren met amandelolie om de huid terug zacht en soepel te maken.
Door de dikke vacht blijven letsels heel lang verborgen. Pas na het scheren van de wol komen eventuele aangetaste zones aan het licht: aanvankelijk zijn dat kleine bobbeltjes met nadien uitvallen van de haren en een sterke grijsverkleurende verdikking van de huid. Door het vele krabben zal uiteindelijk een enorme huidontsteking ontstaan die secundair geïnfecteerd wordt door bacteriën. Direct contact tussen de dieren is de belangrijkste besmettingsoorzaak. Indirecte overdracht van de schurftmijten via stro en stalbodem speelt geen rol van betekenis. De mijt overleeft slechts enkele dagen in de omgeving. Bij lage temperaturen en hoge vochtigheid is de overlevingstijd langer. Derhalve is de incidentie van schurft hoger in de winter. Ook in het door ons beschreven geval waren de weersomstandigheden heel vochtig en koud (december 2002).
Als differentiaaldiagnose voor de veralgemeende Sarcoptes schurft moet gedacht worden aan: Chorioptes schurft, luizen, schimmel- en bacteriële huidinfecties, voedingsallergieën of zink tekorten.
Door de sterke verdikking van de huid tengevolge van de ontsteking, moet er rekening gehouden worden met het feit dat de ingespoten medicatie soms minder goed de schurftmijten kan bereiken. Daarom is het eveneens belangrijk de dieren te wassen met een schurftafdodend middel.
Concluderend kan gesteld worden dat een laattijdige diagnose van Sarcoptes schurft bij alpaca’s kan leiden tot ernstige ontsteking van de huid, met kaalheid, erge verdikking van de huid en het algemeen zeer ziek worden van het dier. Een dergelijk ver gevorderd stadium van schurft reageert niet voldoende op behandelingen met injecties. Deze moeten gecombineerd worden met grondig wassen met een schurftafdodend middel. Bovendien moeten de dieren vooraf worden geschoren zodat huidkorsten kunnen losgeweekt worden en het wasmiddel goed tot op de huid kan doordringen. Een intensieve behandeling van de bacteriële huidinfectie en pijnbestrijding zijn eveneens van groot belang. Veel lama’s blijken subklinisch aangetast te zijn door schurft. Door de dikke vacht komen letsels pas in een vergevorderd stadium tot uiting. Daarom is het heel belangrijk om bij aankoop van een alpaca de huid van de dieren grondig te inspecteren en eventueel preventief te behandelen.